woord gaf; Ik weet geen beter raad, als dat gy u Verken Schepen van 't Dorp maakte, u verseekerende dat het dan wel sal drinken, de Boer voelende wat hy daar mede seggen wilde nam terstond sijn afscheyt en ging na huys, daar komende, wist hy van spijt niet wat hy soude doen: eyndelijk bedenkt hy sich, en gaat na den Paap toe; die hem siende komen, seyde: Wel wat segt gy, is mijn raad nu goed of niet? Ik weet het niet, seyde den Boer, want ik heb 't niet besocht: maar heb het selve met minder moeyte aan het drinken gekregen: want soo draa als ik t' huys quam, nam ik een schaar en schoor het Verken een kruyn, en maakten het Priester, en terstond dronk het immers soo wel en meer als te vooren.