Van een Schilder die een pots vertelt worde.
SEker Schilder tot Utrecht, een goede somme gelds van den Dom-heer verdient hadde. En alsoo den Dom-heer van 't geld scheyde als de Duyvel van een Ziele: soo dat de Schilder genootsaakt was om hem aan te spreken, gelijk hy dede, sprak hem aan, hoopende geld te krijgen, by hem komende werde binnen geëyst: en in plaats van geld, worde op eenen ontbijten genoot daar een hondert of meer Kalvers mede gemaakt waren, en hem de rugge wel gesmeert hebbende, stieten hem ten huysen uyt. Hy verbaast uyt komende, stonden de tranen in d' oogen van boosheyd: Een van sijne bekenden by hem komende, siende dat hem de tranen in de oogen stonden, seyde tegen