Het toneel der snaaken
(1738)–Jan Pietersz. Meerhuysen– Auteursrechtvrij
[pagina 59]
| |
van 't Hof: die in sijn huys leydende, vertoonde hy alder eerst boven de deure van sijn keuken des Paus waapen, dat hy daar expres hadde doen plaatsen: Daar na alsmen de handen zoude wasschen, hielt hy de keers geheel bezijden, ende sijn kleed veranderende, trok haastelijk tegens de tijd van 't jaar een langen Winter-rok aan, met bont en eenige Castoren gevult, daar van geen 4 stukjes goed waren: Aan tafel sittende, bracht men eerst op twee wilde Vogels, sonder doop of wijn, en waaren koud, en geheel in hun vederen, zijnde alleen de bekken en pootjes gebrooken, welke de Voor snijder quam, tot voldoeninge van noch wonderlijker bottigheyt, de veeren uyttrekken, en over de Tafel spreyen. Na desen wierde gebracht een schotel met Ys, in het welke stonden gemaakt de waapenen van den Paus en M. Goro, in plaatse van (gelijk men te Venetien gewoon is) sulkx van Suyker, Confituren, Melk en Zafferaan &c. op te dissen: Selfs het Banket was van groene Blaren, van qualijke riekende Vernis, en stinkende stoffen soodanig toe gemaakt, dat niet alleen den genoode, maar ook selfs den nooder et- | |
[pagina 60]
| |
telijke dagen, daar van 't hooft seer dede. Ut schipsit Petr. Matir Mediolanensis. |
|