Het toneel der snaaken
(1738)–Jan Pietersz. Meerhuysen– Auteursrechtvrij
[pagina 58]
| |
een Klooster. Als nu den Oversten van dat Convent somwijlen ook wat ten Hoof met Pachters van de luyden had te doen, en van sommige met hardigheyt hare Lant huren invorderden soo gebruykten hy daar tot onsen bekeerde Advocaat: Maar wat devoir de selve dede, hy verloor alle saaken tot schade van 't Klooster, waar door hem den Abt bestrafte, en met een vraagde, hoe hy te vooren alle processen winnende, tot sijn wereltlijke voordeel, nu alle saken verloor voor het Geestelijke Collegie, daar hy een Lit van was: dat is (seyde den Advocaat) om dat ik te voren my behelpende met liegen en bedriegen, nu daar een afkeer van hebbende, geen partyen weet t'overwinnen, maar wil liever lijden het quaat van andere, als selfs quaad doen. |
|