Goddeloose gedachten der Koningen, zyn voor God verfoeyelyk.
KOning William de 2. van Engegelant, was soo lichtvaardig in de Religie, dat hy alles dede om te gebieden en rijkdommen te vergaderen, voorwaar een gebrek waar van de kinderen deser Werelt vol zijn, en nu de heerschappye in hebben. Desen Koning om penningen te vinden, beschuldigde op een tijt vijftig Edellieden, dat sy sijns Majesteyt Ree-bokken hadden gejaagt een gedoot: de welke sulks ontkende, zijn daarom gecondemneert tot den proef des Vuyrs, 't welk zy door een wonderlijke beschikkinge Gods ontquamen, sonder beschadigt te wor-