Cloosterken der gheestelijcke verryssenisse ofte der ontwordentheyt
(1639)–Lucas van Mechelen– AuteursrechtvrijLucas van Mechelen, Cloosterken der gheestelijcke verryssenisse ofte der ontwordentheyt. Hendrick Aertssens, Antwerpen 1639
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: 253 K 22
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Cloosterken der gheestelijcke verryssenisse ofte der ontwordentheyt van Lucas van Mechelen in de eerste druk uit 1639.
redactionele ingrepen
Op verscheidene plaatsen in de tekst staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, worden op elke betreffende regel de accolades herhaald. Ook de woorden die eromheen staan worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 181: ‘ ijn’ → ‘zijn’: ‘Daer hy van wilde zijn ghebaert’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. 6) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Cloosterken Der Gheestelijcke Verryssenisse Ofte der Ontwordentheyt
Daer de nieuwe Creatuere Verrijsende uyt haeren ouden mensch, al wat sy van ghebreckelijckheyds weghen in haer selven gheworden was, door het in-wercken der ghenaeden in Godt ontwordt.
Si consurrecistis cum Christu, quae sursum sunt, quaerite, &c.
Is’t dat ghy mede Verresen zijt met Christus, soeckt de dinghen die boven zijn daer Christus is. Coloss, 3. a.
Haec est Resurrectio prima. } Apoc. 20. 6.
Dit is de eerste Verrijssenisse. } Apoc. 20. 6.
Ghemaeckt door den selven Religieus Capucijn, die den Blijden Requiem ghemaeckt heeft.
t’Antwerpen, By Hendrick Aertssens, inde Cammerstraet, in de witte Lelie. 1639. Met gratie ende privilegie.