IX. Hoofd-stuck.
Kruyd als Vincoord; of Maeghde-Palm.
Ga naar voetnoot+ DIt Kruyd slingerd langhs d'Aerde. 't Heeft rondaghtige Bladeren; twee en twee op laege Stengelen. Mijns oordeels vergelijckense sigh met de Bladeren van Vincoord, of Maeghde-palm (in 't Hooghduysch Singroen, of Ingroen); doch sy zijn wat ronder; en oock de grootste voor aen ingeboogen. De Stengel is wat knobbeligh en houtaghtig.
Ga naar voetnoot+ In 't eerst laet de Bloem sigh sien als of 't een Blad sou zijn. Maer alsse verder uyt-koomd, werdmen gewaer, dat'er een Bloem van sal van worden. Sy koomd voort tusschen de Bladeren aen deselve Steel. De reghte verwe deeser Bloemen heb ick niet konnen waerneemen, wijlse sigh, ter tijd ick daer was, noch niet ten vollen lieten sien. Veel min heb ick 't Zaed konnen versaemelen.
Ga naar voetnoot+ De Wortel is langh, dun, rond, houtaghtigh en knobbeligh.
Onder aen heeftse subtyle gedubbelde Veeselkens. 'k Vond dit Kruyd in de Suyd-Bay, aghter de Harlinger Koockery, op den negenthienden der Somer-maend, en den seventhienden der Hoy-maend.
Ga naar voetnoot+ Wijl de Bloem, gelijck oock 't Zaed, deeses Kruyds noch niet reght te sien was; dat oock veellight noch meer Bladeren mogen voortgekomen zijn, soo kan ick niet eygentlijck weeten, of 't wel sijn moght de pyrola minima, van de Heer Clusius afgebeeld en beschreven in 't vijfde Boeck sijner rare Planten, cap. 20.: Of oock de Pseudochamae Buxus des Hofs t'Eichstadt; van de gemelde Clusius in 't eerste Boeck des gedagten Wercks cap. 72. onder de naem van Anonymos Coluteae flore afgeteeckend en eygentlijck beschreven; werdende van Camerarius in sijnen Hof aengeweesen onder de naem van Anonymos Pervincae folio. Sie mijne Afteeckeningh Figuer G., by de Letter b.