Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32
aant.2Plotseling had zij de telefoon aangeraakt: zij stond in haar werkkamer op het atelier, 3 (zij reed niet door Berlijn). Zij merkte, dat zij haar bureau afsloot, haar ontwerpen 4 rangschikte, zich gereed maakte voor een langdurig vertrek. Kort groetend doorliep 5 zij het atelier en ging langs de trap naar beneden. Haar voeten namen haar mee. De 6 Leipzigerstrasse was leeg. Zij liep haastig, licht voorovergebogen, dicht langs de huizen. 7 Het was tegen zeven uur en vaal buiten, somber en kil. Ze liep snel in de richting van 8 den Potsdamerplatz. Plotseling stond zij stil voor een horlogewinkel; zij wilde - voor 9 zoover zij kon willen op dat moment - de sterkte der zuiging meten, die haar trok 10 naar den Potsdamerplatz. Die zuiging was sterk en hield aan, zij voelde direct dat haar 11 weerstand maar gefingeerd was en haar poging om zich aan den dwang te onttrekken 12 al bij voorbaat verijdeld: zij wìlde automatisch, mechanisch, slaapwandelend worden 13 voortgetrokken en ze werd het. Zij zag nog even in de etalage dat het alle uren van 14 het etmaal tegelijk was, - kwart voor zeven, half tien, half drie - toen liep ze weer 15 door. Ze helde nu licht achterover en liet zich dragen en voortbewegen door den 16 magnetischen stroom, die haar aanzoog naar Josty. De Potsdamerplatz was woelig, 17 wanordelijk, grauw. Ze ging binnen in Josty; ze liep blindelings tusschen allerlei 18 dichtbezette tafeltjes door naar de telefooncel. Ze moest wachten, men was in gesprek. 19 Dralend deed zij alsof zij probeerde weg te komen, maar ze bleef wachten, het duurde 20 ondragelijk lang. Toen de cel vrij was, ging ze haastig naar binnen (‘wat ge te doen 21 hebt, doe dat haastiglijk’) en zocht nerveus bladerend naar het nummer. De celdeur 22 zoog dicht. De verbinding was er nog niet; ze kon nog afh.... Ja, hallo, hier... eine 23 Unbekannte - ze kon nog niet anders zeggen - gehen Sie in die Passauerstrasse, 64, 24 da finden Sie die ganze kommunistische Bande vom | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1Streik, alle Pläne, alle... ze hoorde zichzelf alle woorden herhalen, hardop in de 2 microfoon, die ze doorgaf aan de politie, waarmee ze gespeeld had en die ze misschien 3 niet zou zeggen... 4Toen het voorbij was, stond ze trillend en bleek in de gonzende, schelle warmte van 5 het volle café. Ontsteld en weerloos stond ze tusschen de schotsende deining van stem-6men, gesprekken, gezichten, uitroepen, rook. Niemand sloeg acht op haar. Niemand 7 zag het. Waar moest ze nu heen? en plotseling voelde ze dat ze ging loopen, met 8 langzame, wrakke looden beenen, als na een lange uitputtende ziekte, vol behoedzame 9 ruimtevrees. - Nu stond ze in den kouden regen, op den wijden Potsdamerplatz, die 10 grooter en grooter werd in den vallenden schemer. Waar nu heen? Ze kon niet naar 11 huis, ze kon niet terug naar het atelier. Ze kon nu niet alléén blijven - en ineens geheel 12 overmand door zwakheid en schaamte en een onbedwingbaar verlangen naar vergif-13fenis, liep ze de Potsdamerstrasse in, naar Theo: als een dief, die terugkeert naar het 14 huis waar hij inbrak. Ze wilde huilen bij hem... 15Ze liep vele straten door. Eindelijk stond ze stil voor het huis, waar Theo zich dien 16 dag schuil had gehouden en gewerkt. Ze belde. De portier antwoordde haar, dat hij 17 Theo Walter zelfs van naam niet kende. Hier wohnt Herr Dietrich, Gnädige Frau, der 18 Herr ist aber verreist - maar zij noemde het wachtwoord en werd onder vele verlegen- 19 glimlachende verontschuldigingen de trap opgelaten: - Man musz so unglaublich vor-20sichtig sein, Genossin, expliceerde de man. Mit mir aber nicht, lachte ze. Met mij 21 niet? - O, Jezus, helpt mij toch! Ze was halverwege de trap en bleef staan. Toen 22 schraapte ze moed en stap voor stap trok ze zich op aan de leuning. Achter die deur 23 zat Theo te werken. Aan de voltooiïng der staking, die nu vlak bij was. Vlak bij. 24 Voor de deur stond ze stil. Ze klopte en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1schrok van vernedering omdat ze geklopt had als een bediende. 2Herein! Zijn stem was helder. Ze ging binnen. Verrast sprong hij op en begroette 3 haar: Nein meine Kleine, das ist lieb von Dir. - Maar zijn woorden verbrokkelden 4 toen hij haar aanzag. Zij onderving zijn omhelzing: hun armen stonden op elkaars 5 schouders en maakten een brug. Toen zei zij zwak, maar met nadruk: 6- Ich hab' euch verraten -
7 h. marsman 7 (Wordt vervolgd) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|