Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
26aant.4Twee dagen later - een Zondagmorgen in Mei - spoorden zij samen naar Potsdam. 5 Theo stond in den zijgang. Even voer er een vage schok door zijn hart, toen hij in de 6 verte het huis zag waar Ilse het vorige najaar gewoond had. Wat was er van haar 7 geworden? - Maar slingerend door een wissel dreunde de trein in een bocht, die het 8 huis aan zijn spieden onttrok. Hij stond tegen de coupé-deur geleund. Achter zijn rug 9 zat Vera. Zij bekeek door het glas, dat tusschen hen instond de nervatuur van zijn 10 hand, die hij opengespreid op zijn rug hield en zij dacht aan het spinneweb voor het 11 venster van haar kleine slaapkamer, thuis, op de hoeve. Waarom dacht ze nu nog aan 12 huis, aan haar moeder, die dood was, aan Hans, aan Carl, aan het klooster? Nu was 13 immers alles goed? - (àlles?) - maar zij wist geen uitweg voor haar geluk. Haar grenzen 14 waren te eng, Dahlem en de cel aan de Leipzigerstrasse waren de polen van een wereld, 15 die haar te klein werd: zij hield het steeds sterker verlangen haar grenzen ruimer te 16 maken: de wereld moest erin worden omspannen; en - er mocht geen dood en ont-17bering meer zijn; zelfs haar verleden moest worden gezuiverd. Geen vlekken meer; 18 ze zou schrijven aan vader. Aan vader?! - |
|