Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22aant.8Theo liep door den avond naar huis. Het was nacht. De laatste U had hem naar het 9 eindpunt Tielplatz gebracht, een kwartier van zijn huis. Hij was dien middag terug-10gekomen van een stedebouwkundig congres in Frankfurt, waar hij de verst-vooruit-11strevenden der Europeesche architecten ontmoet had: Le Corbusier, Mallet-Stevens, 12 den somberen Hollander Oud. Zij waren op een dood spoor. Niet alleen bestreed hij 13 hun inzicht, dat een maximale doelmatigheid al van nature een althans minimale 14 schoonheid bezat, maar hij verwierp op voor hem beslissender gronden hun bouwstijl: 15 de moderne arbeidershuizen waren naar zijn meening ten eerste tè eenvormig, tè 16 overwogen, tè ijl. Zij waren te kapitalistisch geconcipieerd, te burgerlijk gerealiseerd. 17 Deze behuizing temde den opstandigen wil; zij aaide de arbeiders, ze bezielde hen niet. 18 Ze zwachtelde de a.h.w. weerbare wonden der arbeidersklasse met watten en gaas. De 19 ideologie, die haar voortbracht was op haar best revisionistisch, voor hem in den grond 20 dus kapitalistisch. Hij bestreed en verwierp haar. Maar hij had het gevoel, dat hij bij de 21 modernen vruchteloos had te vechten met ingekankerde parti-pris en begrippen; en zij 22 wilden geen afstand doen van hetgeen zij bereikten; zij wilden geen streep halen door 23 den vrijwel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1reeds mondialen roem, dien zij in enkele jaren hadden verworven: de ijdele moeheid 2 van deze époque had zich voorgoed van hen meester gemaakt. Niemand van hen 3 dorst te breken met een ontspoord resultaat. En de arbeiders zelf: bitterheid stond 4 in zijn mond als hij dacht aan November '18. Goed, zij waren misschien alleen op de 5 barricaden gesprongen omdat het prachtig is jong en heldhaftig te sterven; desnoods 6 voor een hersenschim; desnoods voor een valsche idee; maar zij hadden toen durf in 7 hun lichaam gehad, en gloed, en de edelmoedigheid die zichzelf vergeet. Zij, de jonge 8 dichters en schrijvers, de vrouwen, de arbeiders zelf, de soldaten; en waartoe was dit 9 alles verstoven, verschimmeld, verrot? Maar een vage hoop hield hem op, de vage 10 hoop, dat Rusland de wereld zou redden, dat de Hunnen het oude vergane Europa 11 zouden verbranden en de arbeiders en de soldaten, de boeren mee zouden sleepen naar 12 een brandende toekomst; maar hoe somber werd het soms in zijn hart, zelfs of juist 13 als hij hoopte op Rusland: niet om het barbarisme en het zwarte geweld dat er 14 heerschte, maar omdat hij soms bijna geen onderscheid zag tusschen Lenin, die een 15 halve heilige was, en een tyran, een despoot. - Hij was bijna bij huis, en Vera zou hem 16 weer moed en vertrouwen geven, wilskracht en dapper geduld; zij zou hem opnieuw 17 bezielen met hoop op een toekomst, die zij niet alleen schuwde, maar verafschuwde 18 in haar hart. Hij begreep die gespletenheid niet, hij begreep niet, dat zij zich kon 19 uitputten in het smeden van wapenen tegen haar eigen ideologie; hij begreep niet dat 20 haar leven (haar liefde - maar hij schuwde dat woord) sterker was dan haar leer. Deze 21 tegenspraak, deze sloopende (?) tegenstrijdigheid was iets heel anders dan zijn vroegere 22 onbestemdheid, zijn tweeslachtige twijfelzucht: hij was een slanke, sierlijke windvaan 23 geweest - een lieve lafaard, had Ilse gezegd - maar geen weerschijn zelfs maar van een 24 man. En nu? Nu had | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1hij in Frankfurt onversaagd pal gestaan op de bres, die de revisionisten - en bij god 2 niet alleen onder architecten! - in de muur hadden gebrokkeld van de strenge marxis-3tische ideologie: hij had, en hoe anders dan vroeger en op hoeveel hachelijker barri-4caden gevochten, voor zuiverheid, strengheid, grondschheid, zooals hij het noemde; 5 met den moed der wanhoop, letterlijk, zooals vroeger met den moed der bravoer. En 6 de krachten hiertoe verstrekte hem Vera. Hij was door haar een eenvoudig man ge-7worden; hij, de veelvormig cameleontische, de kapitalistische syndicalist; de man wiens 8 hart werd getrokken naar de groote, sterke aardschheid van Vera, en die - om dit 9 verlangen en dit genot tegelijk op te zweepen en tegen te werken, juist in dien tijd 10 van een liaison had bestendigd met Ilse, de teere, mondaine, terwijl zijn hart allang los 11 van haar was. - Zoo was Vera; zij concentreerde zijn wil, zijn leven, zijn veelvormige 12 hartstocht; zij ordende hem. Zij deed dit zonder corrigeerend ingrijpen, maar door te 13 zijn wat zij was: klaar, sterk, eenvoudig. Zij was de grond, waarin hij steeds hechter 14 ging wortelen, de ruimte waarin hij kon ademen, leven. Zij vernieuwde onafgebroken 15 zijn veerkracht, zij vernieuwde zijn moed. ‘Terwijl ik een wereldplan voorsta, dat jij 16 verwerpt!’ ‘Ja, zeide zij, dat gaat mij niet aan.’ 17De krachtige regelmaat van hun samenleven, de eenvoud en elementaire grondslag van 18 haar natuur, hadden zijn troebel, verwilderd wezen gezuiverd, en verheugden zijn 19 hart. Vreugde doorstroomde hem. - De lichten van hun woning doorboorden het 20 donker. (Hoe anders liep hij, een half jaar geleden naar een villa in Wannsee, terwijl 21 Vera hem misschien wachtte in haar kleine kamer aan de Bingerstrasse! ... maar dat 22 was nu voorbij.) De voordeur ging open en de forsche gestalte stond zwart in den 23 rechthoek van ganglicht, en verwelkomde hem met een volle, heldere stem. - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Blz 82: bladzijde uit De Vrije Bladen met opmerkingen van Du
Perron (tekst C, verkleind). De tekst correspondeert met die op de
bladzijden 142 en 143 van deze uitgave.
|
|