Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] XXXVIII ‘Niets anders dan vrees voor den dood en de angst te verwaaien als asch dreef mij voort met dien avondval naar het donker verraad van het kruis. toen ik, walgend van schaamte en pijn werd meegevoerd met den drom verblind door het bloedend Visioen, werd mijn trots verteerd door de vraag: - wat doet gij, wat hebt gij gedaan? doch mijn hart gaf het antwoord al: - ik wil God zijn om niet te vergaan.’ Vorige Volgende