Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XXXII Door het venster sloeg regenbooglicht het verbond van God met zijn volk; de zuil brak uiteen in een wolk van bloesem en wemelende sneeuw en verdeelde zich over het volk als eenmaal het vuur van den Geest. doch voor hém was het feest van de Vlam als de vonkende hoefslag geweest van het Beest, dat het blatende Lam dat dalende was op de Wolk, vóor den nacht had verscheurd en ontvleesd. Vorige Volgende