Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Paula slapend Dit is de vrouw die in mijn lenden sliep; die een rivier werd in het schaduwdal van mijn verborgen leven; de roode hel, de ziel van een heelal, dat vroeger slechts met dood en duister sliep. zij slaapt en in haar teeder lichaam slaapt de vlam, die overdag ons teistert met zijn gloed: haar trots, haar jaloezie, haar euvelmoed, haar vroolijkheid, als van een spelend lam. zij slaapt, de ree slaapt met de slang. hoe kort de nacht, hoe kort is het respijt dat mij nog scheidt van hartstocht en verwijt. want hel en hemel, vrede en venijn, zullen als zìj ontwaakt weer wakker zijn en woeden, heel den dag, in blinden samenhang. Vorige Volgende