Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Afscheid van het dorp De verte lokt. de zee en 't bronzen duin die golfden om mijn jeugd versmalden langzaam tot den kleinen tuin waarin mijn moeder nu begraven ligt. dit was haar raam, dit is de stille brink waarlangs zij schreed in 't vroege schemeruur. alles wat aan het leven vreugde gaf en vuur, zij heeft het meegenomen in haar graf. wat doe ik hier? wat kan ik hier nog doen? mijn moeder dood, mijn vrienden ver verspreid; en moederziel alleen loop ik de straten rond: mijn hart is zwaar en wijd. ik ga op weg naar onbekend verschiet, de heuvels over, naar een stroomgebied dat mijn verlangen stem geeft en de koorts der poëzie weer in mij aanblaast; meer begeer ik niet! Kracht der verbeelding, o, begeef mij niet! ik roep u aan met de verdorde stem van wanhoop en ontbering, zonder u kan ik niet verder gaan, de weg is lang en mijne kracht gering. ik heb om u mijn huis in asch gelegd, ik heb mijn moeder in haar graf gelegd en ben op weg gegaan, verlaat mij niet. in mijn bedroefde keel klopt een nieuw lied. Vorige Volgende