Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Bergland Dwalend over de hoogten gaat het lichaam zijn zwaarte vergeten; vaag herinnert het zich, dat in de spleten halverwege den top kleine roofvogels huizen en hoe de nesten zich vastklampen tegen de steilten; in het dal moeten huizen staan en vreedzame dieren gaan grazend over de weiden. ‘hoe lang zal de heugenis aan het dal nog kunnen duren?’ vraagt het zich af; want reeds nu zijn de uren doorgebracht op de hoogten tot tijden geworden die niet meer kunnen verstrijken, en ondenkbaar de reis die het lichaam eenmaal terugvoert naar het ondenkbare laagland, terwijl de ziel blijft vertoeven in die poolzee van licht en ijs. Vorige Volgende