Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Tweede voorschrift Wie kent zichzelf? ga zitten in een nieuw gewelf en neem een korte, scherpe stift die voor de drift en 't vliegend weer van het gevoel niet aanstonds zwicht; die wachten kan tot 't vergezicht en 't donker landschap van de ziel naar alle zijden openligt onder het koopren avondlicht. en als dan vogels zonder tal zijn neergestreken in uw dal, ga dan op reis, en laat uw schaduw achter in de zaal. vertel geen mensch het doel van uwe reis; hoevelen onzer zijn al niet bezweken door 't heilloos en voortijdig spreken van Londen en Parijs - vertrek, verdwijn spoorloos naar nieuwe streken. wees van binnen vuur, van buiten ijs. Vorige Volgende