Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] De blanke tuin Dien avond, vrouw, nestelend in uw schoot, als uw beminde eerstgeboren zoon, werden de laatste woorden van de monoloog mijns levens door 't scheem'rend woord van uw erbarmend zwijgen snikkend en stamelend tot samenspraak en in den blanken tuin uws aangezichts, onder de donkre rozen van uw haar en uwer oogen scheemrende anemonen, steeg de gebogen rank van mijn gehavend hart tot nieuwen, duizelenden bloei. Vorige Volgende