Tempel en kruis(1940)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] X Teederheid, leg nu uw hoofd aan het ademend schoudergewelf - deze man verloor het geloof in wat sterker was dan hijzelf. hij reisde de wereld rond. doch hoe weinig baat het den mensch of de ziel haar zaligheid won nu de wereld te gronde ging. hij stond op en liep naar het raam: van walging vervuld en vermoeid, zag hij neer in het pompende hart van de zwarte geteekende stad. - toen klonk er geluid op de trap, een stap jong en rank als het licht; voor den schemer van dit gezicht week de duisternis van het vertrek. ‘ik heb altijd gevoeld, zei haar stem terwijl zij zijn handen nam, dat ik eenmaal terugkomen moest als de wanhoop het denken verlamt.’ hij zweeg, en zijn arm om haar heen werd het donkerder nog in zijn hart; hij wist dat ook liefde geen heul voor deze verlatenheid had. de avond verging en de nacht; toen de morgen hun lichamen vond, was hun ziel reeds ten prooi aan den nacht waarin ook de wereld verzonk. Vorige Volgende