echter mee aangeven dat er amateuristisch te werk werd gegaan. Dit is trouwens een historisch feit (Janssen 1983, 59)! Om aan te tonen dat iets niet klopt voeren de auteurs dus in hun onwetendheid iets aan dat juist op die manier gebeurd is. Zij veronderstellen dan dat er een echte Elly bestond die misschien al ingerekend was en dat de zogenaamd onechte, de enige die de lezer bekend is, wordt gebruikt om te provoceren en de schuld van de arrestatie van de echte op Osewoudt te schuiven, waar Dorbeck op uit zou zijn. Ze fantaseren dus een extra personage erbij, hetgeen een interpreet beter aan de romancier kan overlaten.
Wat de aanslag op de NSB'er Lagendaal betreft, zeggen de auteurs dat de foto waardoor de illegale, als jeugdleidster vermomde, Annelies van Dormaal (alias: ‘Hé jij’) door de Duitsers herkend kon worden van Dorbeck afkomstig was: ‘Dorbeck zou dus Annelies verraden hebben’ (105). Ze geven vervolgens toe dat de zaak niet zo eenvoudig ligt, maar hebben het dan toch maar gezegd zonder het expliciet terug te nemen.
Hun conclusie deugt echter van geen kant. Dat Dorbeck ervoor zorgt dat deze illegale een foto bij zich heeft, waardoor Osewoudt zeker kan weten dat zij degene is die hij moet hebben, duidt niet op verraad. Dat zij de foto niet laat zien en hij het niet nodig vindt erom te vragen is een tweede. Dat de foto een risico inhoudt tegenover de Duitsers indien die haar arresteren is iets dat in zulke gevallen op de koop toegenomen moet worden.
Dan is er de vraag hoe het komt dat Osewoudt na zijn aanslag omgeroepen wordt op het station van Amsterdam en niet veel later gearresteerd wordt als gevolg van de vertoning van een foto in de bioscoop. ‘Het moet Dorbeck geweest zijn die Osewoudt heeft aangegeven’ zeggen de auteurs (108). Want behalve ‘Hé jij’ wist alleen Dorbeck dat hij in die trein zou zitten en de illegale kende hem onder de naam van Filip van Druten.
Dorbeck kon echter niet goed weten dat Osewoudt de trein naar Amsterdam zal nemen (Janssen 1983, 45). En waarom zou Dorbeck iemand aangeven die getrouw zijn opdrachten uitvoert?! Dat is een onzinnige veronderstelling.
Het stationsbericht is bestemd voor Osewoudt, die naar het luidt ‘vermoedelijk’ is aangekomen. Men weet het dus niet zeker, men probeert iets uit.
Wat Dorbeck weet over Osewoudt kan de door Dorbeck gezonden illegale ‘Hé jij’, met wie Osewoudt reisde vanaf Lunteren en die in de trein gearresteerd wordt, in beginsel ook weten, ook zijn echte naam. Kan ze hem niet onder dwang verraden hebben voor haar dood? Dupuis heeft er op gewezen dat later gezegd wordt dat ze ‘zo goed als onmiddellijk’ na haar arrestatie zelf-