Het schilder-boeck
(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermdVan Polygnotus Schilder, van Thasus.Ick hadde nu moghen hebben voorgenomen Phydias, dan om oorsaeck, dat desen Polygnotus, Schilder van't Eylandt Thasus. is gheweest een, die noch de Schilder-const in eenighe deelen vermeerdert heeft, en geholpen tot meerder volcomenheyt, sal ick van hem nu verhalen. Hy is d'eerste gheweest, dieGa naar voetnoot* d'inventie voortbracht van de conterfeytsels der Vrouwen te maken met vrolijcke doorluchtige cleederen, en hun hoofden te chieren met aerdighe mijters en hulsels van verscheyden verwen. Daerenboven heeft hy de Schilder-const seer verbetert en vemeerdert: want in plaetse dat d'oude Schilders voor zijnen tijdt ghewoon waren te maken al hun aensichten op eenderley maniere, donckerachtich en droeve siende, vondt hy en bracht op, de beelden te schilderen, datse seer levende de mondt wat ontsloten hadden, en somtijts de tanden toonden, en met den tronien verscheyden actien oft werckinghen deden, het welck een yegelijcken met verwonderen wel bevallen heeft. Hy heeft een stuck ghemaeckt, daer onder ander eenen Soldaet is hebbende in de vuyst een schildeken, dat de voetgangers ghewent waren te voeren, en staet gheclommen op een leere, soo aerdich gheschildert en soo versierlijck, datmen niet en con ghe- | |
[Folio 65r]
| |
oordelen, of hy op oft af gingh. Dit stuck stondt langen tijdt namaels in de gallerije, die Pompeius liet maken te Room, voor de sale van zijn raedthuys. Hy heeft oock gheschildert den Tempel van Apollo, in't Eylandt Delphos, en oock binnen Athenen een groote schoon gallerije, die om de veel verscheyden verwen, die daer in de Schilderijen waren, wordt gheheeten Poecile: van welcke te schilderen hy niet en begheerde te hebben, hoewel dat Mycon, die een van de vacken oft sijden hadde gheschildert, hem dier ghenoech dede betalen. Hier van behaelde Polygnotus seer groote eere en gonst: want d'Oversten van den Staten van Griecken, die men plagh van oudts tijdts te noemen Amphyctiones, bestelden voor Polygnoto, in bewijs van danckbaerheyt, dat hy in alle de Steden van gantsch Griecken-landt soude heerlijck ontfanghen en geherberght worden, sonder eenighen zijnen cost, en sonder dat hy yemandt van eenige der verhaelde Steden, als sy voorby zijn huys quamen, yet ghehouden was weder te nooden, oft eenich vergelt te doen. Dus hooghlijck hebben dese Edel Heeren, de Const toegedaen wesende, desen Constenaer en hun selven eere aenghedaen. Men weet niet sekers, wanneer hy is geweest, dan dat hy ouder is als de 90e. Olympiade. Hy heeft oock seer constich in Silver ghegraveert. |
|