De gulden harpe, inhoudende al de liedekens, die voor desen by K.V.M. gemaeckt, ende in verscheyden Boecxkens uyt-ghegaen zijn
(1627)–Karel van Mander– Auteursrechtvrijop de wijse: De Werelt is gheheel in roere, etc.
Ga naar margenoot+SAlomon een wijs Coningh rijcke,
Gebruyckte 'swerelts lusten planteyt,
Noyt mensch in weelden sijns gelijcke
Ga naar margenoot+Maer als hy't al heeft overgheleyt,
Hy sprack het is al ydelheyt, En pijn,
| |
[pagina 537]
| |
Niet en is beter in elck termijn,Ga naar margenoot+
Dan weldoen ende vrolijck zijn.Ga naar margenoot+
Laet ons vrolijck houden feeste,Ga naar margenoot+
Verblijden in den Heer onsen Godt,
Want sulcke blijschap in den gheesteGa naar margenoot+
Is een dierbaer deel ende lot,Ga naar margenoot+
Ia boven gout en gelt in pot // Oft schrijn,
Niet en is beter in elck termijn,
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
'tVrolijck zijn wordt seer ghepresen,
Maer 't weldoen meest besijden staet,
De Wereldt in haer ydel wesen,
Die siet men nae 'svleeschs lust en raedt
Verblijden in haer zondigh quaet // fenijn:Ga naar margenoot+
Niet en is beter in elck termijn,Ga naar margenoot+
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Die wel doet, magh hem wel verblyden,
Met een goede consciency bloot,
'tGoede naevolghen aen allen zyden,Ga naar margenoot+
En gheestelijck verheughen groot,Ga naar margenoot+
Komt over een, ghelijck als broot, en wijn:Ga naar margenoot+
Niet en is beter in elck termijn,Ga naar margenoot+
Dan weldoen ende vrolijck zijn.Ga naar margenoot+
Weldoen, dat is, Christum ghelooven,Ga naar margenoot+
Den Sone Gods, en sijn heyligh Woordt,Ga naar margenoot+
Maer al vooren weerdighe schoovenGa naar margenoot+
Van rechte boete brengen voort,Ga naar margenoot+
Trecken in 'sHeeren jock accoort // een lijn
Niet en is beter in elck termijn,Ga naar margenoot+
Dan weldoen ende vrolijck zijn.Ga naar margenoot+
Het quaetdoen sal de Heere wreken
Met eeuwigh lijden en verdriet,
Den quaetdoenders sal hy toespreken
Gaet al van my, ick en ken u niet,
Als men de Schrift wel oversiet // divijn,
Niet en is beter in elck termijn,
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Die quaet doen haer is toegeheschrevenGa naar margenoot+
Het eeuwigh sterven, druck, angst, en wee,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 538]
| |
Maer die goet doen, het eeuwigh leven,
Ioannes byde, Romeynen twee,
Ga naar margenoot+Dus om doorvaren dees fel Zee, vol brijn:
Niet en is beter in elck termijn,
Ga naar margenoot+Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Laet ons sober, ende rechtveerdigh,
Ga naar margenoot+Godsaligh wandelen ghemeen,
Den Euangelio Christi weerdigh,
Ga naar margenoot+Als die ghewasschen zijn en reen,
Niet keeren tot dat slijck als een, vuyl swijn
Ga naar margenoot+niet en is beter in elck termijn,
Ga naar margenoot+Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Ga naar margenoot+Laet ons den Heere niet vergheten,
Ga naar margenoot+Door gheenerley Afgoderie,
Ga naar margenoot+Het zy met drincken oft met eten,
Toesiende dat ons niet gheschie,
Ghelijck als Israel in die, woestijn:
Niet en is beter in elck termijn,
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Door disputeren en argueren
Ga naar margenoot+Wort niet vermeerdert des Heeren lof,
Ga naar margenoot+Meest elck die ander wilt blameren,
Ga naar margenoot+Hem quelt den balck, en siet het stof,
Ga naar margenoot+Wat baet sulcke gheveynstheydt, of, quaedt schijn
Niet en is beter in elck termijn,
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Ga naar margenoot+Neemt my ten besten doch dit singhen,
T'is om verlichten elcx herte swaer,
Ga naar margenoot+Want die Menschen in vele dinghen
Ga naar margenoot+Bekommert zijn 'tblijckt openbaer:
Nochtens siet, Een is noodigh, maer ten sijn,
Niet en is beter in elck termijn,
Dan weldoen ende vrolijck zijn.
Een is noodigh. |
|