De gulden harpe, inhoudende al de liedekens, die voor desen by K.V.M. gemaeckt, ende in verscheyden Boecxkens uyt-ghegaen zijn
(1627)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijNa de wijse: Aenhoort gheklagh, o bloeyende jeught.
Ga naar margenoot+OCh Werelt, ghy singt, speelt ende lacht,
Ga naar margenoot+Maer ghy soudt weenen dagh ende nacht,
Ga naar margenoot+Dat ghy den graet // Daer ghy in staet,
Ga naar margenoot+Wel overdacht.
T'licht des levens was gheopenbaert,
Ga naar margenoot+Maer liever ghy in duysterheyt waert:
Ga naar margenoot+Want ghy altoos, Met wercken boos,
Ga naar margenoot+Volght uwen aert.
Ga naar margenoot+Dit is de verdoemenisse: want
Ga naar margenoot+Daer was gheleert in het gantsche landt
Ga naar margenoot+Godts wille klaer // maer ghy leeft naer
Ga naar margenoot+Ws vleesch verstandt.
Ga naar margenoot+Christus de Heere, t'onnoosel Lam,
Ga naar margenoot+Die hier om u verlossinghe quaem,
Ga naar margenoot+V Overheyt // Met onbescheydt,
Ga naar margenoot+Hem t'leven nam.
Ga naar margenoot+Gods goetheyt noch u tot boete lockt,
Ga naar margenoot+Maer u herte blijft altijt verstockt,
Ga naar margenoot+Gods tooren seer // Ghy meer en meer
Ga naar margenoot+Op u berockt.
Ga naar margenoot+Ghy roemt wel vele van Christum, maer
Ga naar margenoot+Ghy en kent noch hem, noch zijnen Vaer,
Ga naar margenoot+Daerom benijdt // ghy, en bestrijdt
Sijn kleyne schaer.
| |
[pagina 451]
| |
Noch meent ghy minghen onder eenGa naar margenoot+
V Rijck met t fijne, maer lacy neenGa naar margenoot+
Duyster en licht // Heeft, hoe ment sticht,Ga naar margenoot+
Ghemeynschap gheen.Ga naar margenoot+
T'gheloove kostelijck sonderlingh,Ga naar margenoot+
Dat en is niet yeghelijcks dingh,Ga naar margenoot+
Want men siet heel // Het teghendeel,Ga naar margenoot+
In 'swerelts ringh.
Och Menschen al, keert u ter boet,Ga naar margenoot+
En blijft niet quaet, al is Godt goet,Ga naar margenoot+
Neemt geen verdragh // Om vlien den dagh
Sijns toorens gloet.Ga naar margenoot+
Want daer sal komen over de quaGa naar margenoot+
Droefheyt, angst, toorn en onghena,Ga naar margenoot+
Noyt druck so groot // Noyt swaerder nootGa naar margenoot+
Noyt meerdeer scha.Ga naar margenoot+
Yeghelijck sie toe, niet te slane mis,Ga naar margenoot+
Noch oock te loopen opt onghewis,Ga naar margenoot+
Maer dat ghy elck // Een treffet, welckGa naar margenoot+
Meest noodigh is.
Een is noodigh. |
|