Bucolica en Georgica, dat is, Ossen-stal en Landt-werck(1597)–Karel van Mander– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina A6r] [p. A6r] Op de Bucolica en Georgica Virgilii, door Karel van Mander overgheset. Sonnet. Het heerlijck playn der Musen, onghedaen En woest by ons tot hieren heeft gheleghen: Niemant en ginckt: of ginck het yemant plegen? Die sachmen stracx in cromme weghen slaen. Eer u, die hebt dees schand' van ons ghedaen, Die, Mander, zijt dees onbebaende weghen Eerst recht ghegaen, en hebt daer uyt vercreghen Een Lauren crans, die noyt en sal vergaen. Men hoort door u nu Tityr by ons spreken Met rechte stem, t'landt, en sijn vee, en vrucht: Door u sal nu aent bouwen niet ghebreken. O , Mander, cleen beurt nu t'hooft in de lucht: Vlaend'ren draeght moedt op uw's Poëets gerucht: Mantu en Aser' heeft dees' u by verleken. Is. van der Mersch, Van Hoorn. Vorige Volgende