Ik moet er echter bijvoegen, om me zelven recht te doen wedervaren, dat dit niet uit luiheid was, maar wel uit eigenliefde. Vitalis leerde tegelijk met mij aan Capi de letters; daar deze wel de cijfers der uren had kunnen onthouden, zou hij evenzoo in staat wezen de letters in zijn geheugen op te nemen.
Wij leerden dus onze lessen te zamen; ik was de schoolmakker van Capi geworden, of, zoo men wil, hij de mijne.
Capi behoefde de letters niet op te noemen, zooals ik, daar hij niet spreken kon, maar wanneer onze blokjes op het gras uitgespreid lagen, dan moest hij met zijn poot de letters aanwijzen die Vitalis opgaf.
In het eerst maakte ik grooter vorderingen dan de hond, maar al was ik verstandiger, zijn geheugen was sterker; wanneer hij eenmaal goed iets geleerd had, dan wist hij dit voor zijn leven; hij vergat het nooit, en daar hij geen afleiding had, aarzelde hij zelden en vergiste zich nimmer.
Wanneer ik een fout maakte, dan zei onze meester altijd:
- Capi zal eerder kunnen lezen, dan Rémi.
En de hond, die dit ongetwijfeld begreep, kwispelde zegepralend met zijn staart. - Dommer dan een dier is goed op het tooneel, maar in de werkelijkheid is het een schande. Dit hinderde mij geducht en ik legde mij met hart en ziel op mijn studie toe; terwijl de hond niet verder kwam dan zijn naam te leggen, mocht het mij weldra gelukken in een boek te lezen.
- Nu gij lezen en schrijven kunt, zei Vitalis, wilt gij zeker ook wel muziek leeren?
- Als ik muziek ken, zou ik dan ook kunnen zingen, als gij?
- Wilt gij dan zingen, zooals ik?
- O, niet zooals gij, ik weet zeer goed, dat dit onmogelijk is, maar ik wilde gaarne zingen. - Gij luistert dus naar mij, wanneer ik zing?
- Ja, het is voor mij een groot genot; een nachtegaal zingt heel mooi, maar ik vind uw stem mooier; en bovendien is dat ook in het geheel niet hetzelfde; wanneer gij zingt, dan kunt ge van me maken, wat ge wilt; ik gevoel dan beurtelings lust tot weenen en lachen en misschien zult gij het dwaas van mij vinden, als ik u zeg, dat, wanneer gij een lief zacht deuntje zingt, het mij is, of ik bij vrouw Barberin ben; dan denk ik aan haar en dan zie ik haar in ons huis; en toch begrijp ik de woorden niet, die ge spreekt, daar het Italiaansch is.
Terwijl ik met hem sprak, zag ik hem aan en het scheen mij toe, dat zijn oogen vochtig werden; ik zweeg toen en vroeg, of ik hem leed deed.
- Neen, mijn kind, zei hij met bewogen stem, maar gij herinnert mij aan mijn eigen jeugd, aan den goeden ouden tijd. Wees gerust, ik zal u zingen leeren en daar gij zeer gevoelig zijt, zult gij tranen weten op te wekken en zal men u toejuichen; dan zult gij zien....
Hij zweeg eensklaps en ik meende te begrijpen, dat hij liever niet over dit onderwerp wilde voortspreken. Maar welke reden hij daartoe had, kon ik niet gissen. Later eerst heb ik die vernomen; heel veel later eerst en onder de treurigste omstandigheden, maar die zal ik wel vertellen als mijn verhaal zoover is.
Den anderen dag schreef mijn meester muziek voor mij, op dezelfde wijze, als hij de letters voor mij had gemaakt. Ditmaal echter was zijn werk veel moeilijker, want de verschillende teekens die voor de muziek vereischt worden, zijn wel zoo samengesteld, als die van het alphabet.
Om mijn zakken niet al te vol te maken, gebruikte hij de blokjes hout aan beide kanten en nadat hij aan elke zijde vijf lijnen getrokken had, die de notenbalken moesten voorstellen, grifte hij op het eene een f- en op het andere een g-sleutel. Toen hij hiermede gereed was, begonnen zijn lessen en ik moet bekennen, dat zij mij niet minder moeilijk vielen dan de vorige. Meer dan eens begon Vitalis, die zoo geduldig met zijn honden was, aan mij te wanhopen.
- Wanneer men een dier leert, dan houdt men zich in, want dan weet men dat het een dier is, maar met u is mij dat bijna onmogelijk.
Hij hief dan op de meest aandoenlijke wijze de handen ten hemel en liet ze vervolgens met een harden slag op zijn dijen neerkomen.
Joli-Coeur, die alles altijd herhaalde, wat hij dwaas vond, had ook deze beweging nagebootst, en daar hij altijd bij mijn lessen tegenwoordig was, speet het mij geweldig, wanneer ik mij vergiste en hem zijn armen weder ten hemel zag heffen. - Zelfs Joli-Coeur lacht u uit, riep Vitalis.
Als ik gedurfd had, zou ik geantwoord hebben, dat hij zoowel den meester als den leerling bespotte, maar uit eerbied en uit vrees hield ik gelukkig dit