Hoe de duivels bedachten hoe zij een man konden maken [XIII]
[2582] Toen Maskeroen in de hel terugkwam en men hoorde dat hij het pleit verloren had, waren de duivels zeer nijdig. Zij bedachten een ander plan. Een uitermate boosaardige duivel zei: ‘Als wij een man konden maken, die over al onze vermogens zou beschikken en net zoals wij macht zou hebben omdat wij weten wat er in het verleden gebeurd is, als wij zo'n man bezaten die onder de mensen was en hun naar waarheid vertelde wat er gebeurd is, dan zou hij veel lieden kunnen verleiden en verraden. De profeten deden dat ook bij ons toen zij over Onze Heer spraken terwijl wij van niets wisten. Diegene zou dus alle dingen weten die vergeten zijn. Waar hij ook sprak, menigeen zou daarop vertrouwen.’ [2603]
‘Bedenk eens,’ zeiden de duivels, ‘wat een voordeel wij door hem zouden kunnen behalen. Men zou alles geloven wat hij vertelde. Was hij er maar vast!’ Toen sprak een andere duivel: ‘Ik kan omgang met vrouwen hebben als zij aan mij overgeleverd zijn. Ik ken er een die maar al te graag alles doet wat ik wil.’ Al zou deze duivel misschien niet worden gekozen, er zijn genoeg duivels die het lichaam van een man kunnen aannemen en in die vermomming met vrouwen verkeren, maar het moet wel in het geheim gebeuren. Zo troffen zij voorbereidingen voor het verwekken van een man die in het geniep al hun listen aan anderen zou leren. Zij meenden dat God er geen weet van had. [2623]
De duivel vatte het plan op een man te scheppen die de duivelse geest en geaardheid tot in de puntjes zou beheersen, met de bedoeling Gods schepsel voor zich te winnen. Naar mijn bescheiden mening waren de duivels uitermate dom, omdat zij zich niet realiseerden dat God van hun plannen op de hoogte was. Wij mogen ons er wel kwaad om maken dat zulke dommeriken ons in verleiding kunnen brengen. [2634]