Vere 1. een concrete werkstructuur, 2. een roman, 3. een episch werk, 4. een literair kunstwerk. Uiteraard zegt deze volgorde van abstractieniveaus en kenmerken niets over de ontdekkingsprocedure, waarin we die verschillende niveaus en kenmerken op het spoor komen: het kan heel wel zijn, dat we in de practijk van het onderzoek de abstractere eerder vinden dan de minder abstracte. Het gaat ons alleen maar om de hiërarchie die de genologie beheerst.
In de reeks bepalingen 1 tot en met 4, die we bij Eline Vere onderscheidden, kan dan nog tussen 1 en 2 worden ingeschoven: de specificatie van het type, die een verdere onderverdeling van de subgenres toestaat. We spraken hierover reeds aan het eind van de vorige paragraaf. Zo bestaan er b.v. verschillende typen van romans, d.w.z. verschillende manieren-waarop in een roman een wereld wordt opgebouwd door middel van woorden, zonder dat we ons reeds op het allerconcreetste niveau, dat van een roman, bevinden. In het geval van ons voorbeeld, Eline Vere, heeft de schrijver zelf al een aanwijzing gegeven omtrent een mogelijke typologie. Hij voegt als ondertitel aan zijn werk toe: Een Haagsche roman. Daarmee wordt aangeduid, dat de relatie van de handeling tot de ruimte, die hier topografisch als Den Haag te identificeren valt, een bijzondere rol speelt in deze roman. Indien dit door de literatuuronderzoeker in een analyse van de romanstructuur kan worden bevestigd, kan zodoende het type ‘Haagse roman’ worden onderscheiden. Dit is bij Couperus bijzonder zinvol, omdat hij nog meer ‘Haagse romans’ heeft geschreven (al doet het voor onze systematische typologie er weinig toe, dat deze Haagse romans allemaal door één en dezelfde auteur zijn geschreven). Nog iets nauwkeuriger geformuleerd: de ‘Haagse roman’ is eigenlijk weer een sub-type van het type romans waarvan de ruimte topografisch in enig opzicht te identificeren valt (dus naast Haagse romans ook Amsterdamse, Parijse, Afrikaanse, enz.).
Deze typologieën zijn niet allemaal even belangrijk, en hun hiërarchie wordt zelden systematisch voorgesteld. Het zou ook ons te ver voeren, hier uitvoeriger op in te gaan. Als globale indeling evenwel hebben ze in de literatuurgeschiedschrijving een zekere populariteit verworven. Zo spreekt men daar b.v. binnen het kader van het subgenre roman van sociaal-critische, historische, herders-, avonturen-, ontwikkelings- enz.-romans, daar bepaalde perioden een zekere voorliefde voor één of meer typen vertonen. Ook binnen de literaire ontwikkeling van één auteur kan een bepaald type literairhistorisch bezien een bijzondere rol spelen. Zo is het voor de literairhistoricus geenszins onverschillig dat de Haagse romans Eline Vere en Van oude mensen allebei van Couperus afkomstig zijn. Hetzelfde geldt voor de typen die men bij