Mattheus XIX: 28, 29, 30.
Jezus zeide tot haar, Voorwaar ik zegge u, dat gy die my gevolgd zyt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoone des menschen zal gezeten zyn op den troon zyner heerlykheid, [dat] gy ook zult zitten op twaalf troonen, oordeelende de twaalf geslachten Israëls. En zo wie zal verlaaten hebben huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of wyf, of kinderen, of akkers, om myns Naams wille, [die] zal honderdvoud ontfangen, en het eeuwige leven be-erven. Maar veele eerste zullen de laatste zyn, en [veele] laatste de eerste.