En Vers 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17.
En de Discipelen tot hem komende zeiden tot hem, Waarom spreekt gy tot haar door gelykenissen? En hy antwoordende zeide tot haar, Om dat het u gegeeven is, de verborgendheden des Koningryks der Hemelen te weeten, maar dien en is het niet gegeeven. Want wie heeft, dien zal gegeeven worden, en hy zal overvloedelyk hebben: maar wie niet en heeft, van dien zal genomen worden ook dat hy heeft. Daarom spreeke ik tot haar door gelykenissen, om dat zy ziende niet en zien, en hoorende niet en hooren, noch ook verstaan. En in haar word de Prophetie Jezaias vervuld, die, zegd, Met het gehoor zult gy hooren, en geensins verstaan: en ziende zult gy zien, en geensins bemerken. Want het herte dezes volks is dik geworden, en zy hebben met den ooren zwaarlyk gehoord: en haare oogen hebben zy toegedaan: op dat zy niet t'eeniger tyd met den oogen en zouden zien, en met den ooren hooren, en met der herten verstaan, en haar bekeeren, en ik haar geneeze. Doch uwe oogen zyn zalig, om dat zy zien, en uwe ooren om dat zy hooren. Want voorwaar ik zegge u, Dat veele Propheeten en rechtvaardige hebben begeerd te zien de dingen die gy ziet, ende en hebben [ze] niet gezien: en te hooren die dingen die gy hoord, ende en hebben [ze] niet gehoord.