Hebreen XI: 32, 33, 34.
Wat zal ik noch meer zeggen? Want de tyd zal my ontbreeken, zoude ik verhaalen van Gedeon en Barak, en Sampson, en Jephthe, en David, en Samuel, en de Propheeten: Welke door het geloove Koningryken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkreegen, de muilen der leeuwen toegestopt: De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zyn ontvlooden, uit zwakheid krachten hebben gekreegen, in den kryg sterk geworden zyn, hebben heirlegers der vreemde op de vlugt gebragt.