Jezus en de ziel
(1916)–Jan Luyken– Auteursrecht onbekend
[pagina 139]
| |
XXXII.Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is (bestaande) in het vlechten des haars, en omhangen van goud of van kleederen aan te trekken, maar de verborgen mensch des harten, in het onverderfelijk (versiersel) van eenen zachtmoedigen en stillen geest, die kostelijk is voor God. - 1 Petrus III : 3, 4. | |
[pagina 140]
| |
Op het XXXII. Zinnebeeld.
| |
[pagina 141]
| |
hem in de ongeschapenheid, opdat de loutere geest des menschen alzoo één met hem worde. Mocht het zijnGa naar voetnoot1) dat de mensch zich zelven zien konde, zoo zag hij zich zelven zóó bovenmate edel in God, dat hij ganschelijk meendeGa naar voetnoot2), hij ware zelve God en dan zag hij zich zelven honderdduizendmaal edeler dan hij zelve is. Een ander mag zijn duren tijd besteden,
om 't logge lijf met sierlijkheid te kleeden,
opdat het dier in een gemaakten schijn
het schoonste kind en aangezien zou zijn,
terwijl de Ziel, die eeuwig blijft in 't leven,
met duisternis ellendig is omgeven,
en voorGa naar voetnoot4) het beeld der Godheid, na den dood
het slangenbeeldGa naar voetnoot5) moet dragen al te snood. -
Wij willen maar de inwendigheid versieren,
en vleesch en bloed, dat dier, zoo hoog niet vieren.
Die ezel mag onwaardig henen gaan;
men mag hem vrij bespotten en versmaân;
wij willen niet op zijn gevallen passenGa naar voetnoot6)
als 't nieuwe beeld maar aan de Ziel mag wassen
en worden tot een tempel toebereid,
daar God in woont met zijne Majesteit.
Ga naar voetnoot3) | |
[pagina 142]
| |
De Ziele betracht de Koninklijke regeeringe Gods.De hooge hemel is uw troon,
en de aarde een voetbank uwer voeten.
Ja, Koning, dien alle Eng'len groeten,
u past de Scepter en de Kroon,
gelijk in 't Rijk der Serafijnen
zoo schoon ook in des menschen hert.
Wanneer dat uwen hemel werd,
daar gij als Koning komt verschijnen,
dan wordt het vleesch uw voetschabèl,Ga naar voetnoot1)
en onderdanig aan de krachten,
die op des Konings wenken wachten,
en vliegen op zijn hoog bevel.
Dan worden de uiterlijke leden
een slaaf van 't Koninklijk gemoed;
dan wordt de slang in vleesch en bloed
den ganschen dag zijn kop vertreden,
zoo lange tot de scherpe dood
zijn roofslot stoort en maalt tot assche.
Dan is de Ziel 't gevaar ontwassen,
en eeuwig buiten alle nood.
| |
Goddelijk antwoord.Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat, en men zal niet zeggen: zie hier of dáár; |
|