Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken– rechtenstatus

Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

bron

Jan Luyken, Jezus en de ziel (ed. F. Reitsma). De Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, Amsterdam 1916

codering

DBNL-TEI 1

Wijze van coderen: standaard

dbnl-nr luyk001jezu02_01

logboek

- 2010-11-12 DH colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar dbnl

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Jezus en de ziel van Jan Luyken, in een editie van F. Reitsma uit 1916. Het originele werk dateert uit 1678.

redactionele ingrepen

p. 141: noot ‘3’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. XXVI, 2, 4, 62, 116) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

[pagina I]

JEZUS EN DE ZIEL

[pagina II]

NEDERLANDSCHE BIBLIOTHEEK

Onder Leiding van L. Simons.

UITGEGEVEN DOOR: DE MAATSCHAPPY VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR·AMSTERDAM

[pagina III]

JAN LUYKEN

JEZUS EN DE ZIEL

Ingeleid en toegelicht door

F. REITSMA

Met reproducties naar de oorspronkelijke prenten

[pagina IV]

INHOUD

		Bladz.
INHOUDSOPGAVE		IV

PORTRET		V

INLEIDING, door F. Reitsma		VII

KORT VERHAAL VAN HET GODVRUCHTIG LEVEN EN ZALIG AFSTERVEN VAN J.L.		XVI

JEZUS EN DE ZIEL		1-194
	Titelprent	1
	Titel	3
	Kort bericht aan den Lezer, door J.L.	5
	Voorzang	7
	Het eerste deel (le-XIIIe Zinnebeeld)	9
	Het tweede deel (XIVe-XXVIe Zinnebeeld)	63
	Het derde deel (XXVIIe-XXXIXe Zinnebeeld	117
	Zang	168
	Van 't Eeuwige Vaderland en deszelfs vreugde (op het XXXIXe Zinnebeeld)	169
	Toezang	191
	Bladwijzer der Zinnebeelden	193

[pagina VI]

GEDRUKT TER DRUKKERIJ ‘DE DEGEL,’ AMSTERDAM

[pagina 193]

Bladwijzer
der Zinnebeelden dezes Boeks,

EERSTE DEEL.
Van den trek des Vaders en hoe de mensch die moet volgen.		12
II.	Van den strijd tusschen Geest en Vleesch.	16
III.	Van de inwendige en uitwendige dingen.	20
IV.	Van het vinden zijns zelfs en van rechtschapen ernst.	24
V.	Van de Zachtmoedigheid.	28
VI.	Van de Ootmoedigheid.	32
VII.	Van de geestelijke zoetigheid of genade, en van de onwijsheid der menschen.	36
VIII.	Van onttrekking der Genade.	40
IX.	Van onreine gedachten.	44
X.	Van de algemeene Goddelijke Zonneschijn	48
XI.	Van den boom des Christelijken Geloofs.	52
XII.	Van de veiligste weg om door de duistere wereld te gaan in 't eeuwige Vaderland.	56
XIII.	Van den afvloeienden stroom der Zonden en hoe de Ziele daar tegen op moet roeien	60
TWEEDE DEEL.
XIV.	Van het waken des Geestes.	66
XV.	Van het vergeven der Zonden.	70
XVI.	Van de Wedergeboorte of nieuwe Kreatuur.	74
XVII.	Van het Paradijs, waar het is, en hoe men dat beschouwen kan.	78
XVIII.	Van de overaltegenwoordigheid en nabijheid Gods.	82
XIX.	Van de Ziele, wat zij eigenlijk is.	86
XX.	Hoe wij Christus wezenlijk in ons moeten hebben.	90
XXI.	Hoe 't zich met een vrome Ziele verhoudt, in 't afsterven des Lichaams.	94

[pagina 194]

XXII.	Hoe 't met een goddelooze Ziele gaat, als haar het Lichaam afsterft.	98
XXIII.	Van de eenige rustplaats der Ziele, welke die is.	102
XXIV.	Een samenspraak tusschen den Verlosser, en de Verloste Ziele.	106
XXV.	Van de menigerlei strikken des Duivels, en hoe dezelve te ontgaan zijn.	110
XXVI.	Van de louteringe der Ziel door lijden.	114
DERDE DEEL.
XXVII.	Van een sterk aanhangen der Ziele aan God in ware gelatenheid.	120
XXVIII.	Van dank en lof der Ziele aan haar Verlosser.	124
XXIX.	Van de Vereeniging met God.	128
XXX.	Van den schat des gemoeds en van de grofheid der wereldsche menschen.	132
XXXI.	De woorden der opperste Wijsheid; en van de ijdelheid aller uitwendige dingen.	136
XXXII.	Van de inwendige geestelijke Schoonheid.	140
XXXIII.	Van het Rijk Gods.	144
XXXIV.	Van weerlooze gelatenheid; hoe men in toevallen op God alleen moet zien.	148
XXXV.	Van het arme en lijdende leven van Christus	152
XXXVI.	Van de ware rusten	156
XXXVII.	Van de verzegeling des herten	160
XXXVIII.	Van Christus' wonden.	164
XXXIX.	Van 't Eeuwige Vaderland en des zelfs Vreugde.	169

EINDE.

Vorige Volgende