oogen der ontwaakte verder als voor de voeten, die 't stof der aarde betreeden, zy zien door 't geloove in de bestendige wereld, der volmaakte gelukzalige eeuwigheid, en derwaarts spoedende zien zy over 't hoofd, 't geen andere tot haar bezwaarenis opraapen, en gaan voorby, daar achteloosheid haar edelen tyd aan vergaapt, dien gulden tyd dezes tegenwoordigen levens welke dienen zouw, om hertelyk te zoeken en te beschikken de zaaken van oneindige welstand, gelyk ik hoop dat wy zaamen doen zullen, in hoope van zo grooten gelukzaligen uit-einde der zelve, en elk ter plaatse daar hy is vlytig zal acht geeven, om dit gulde spoor te achtervolgen zonder te verwerren in de doornen des wegs, ziende op de voetstappen van onzen oppersten Leidsman en voorganger Jezus Christus, den Koning der Koningen, en Heere der Heeren, welke een vreemdeling vertoond heeft op deze wereld, en ons geweezen door een enge poort, en langs een smallen weg, om eindeling te geraaken in zyn Ryk der heerlykheid, in die oneindige onbepaalde ruimte der Zalige eeuwigheid, nu dan lieve Vrienden, nu is het onze tyd, onze zeer kostelyke tyd, terwyl wy 'er zyn, en noch gezond zyn, het is maar met een leventje dezes tyds te doen na den wille Gods, geen honderd, noch geen tien, maar een eenig, en dat van een zo korten tyd, als het menschelyke leven nu in wezen blyft, en dat met vergankelyke dingen verwaarloost te hebben, zouw groote spyt zyn,