zacht en gerust neder te zitten, achter weeg laatende alle vermoeidheid des gemoeds: ô beminde Vrienden, hoe liefelyk hoopen wy doch in alle eeuwigheid daar zaamen te woonen! zyn wy dan ondertussen hier zo vreemd en beklemd van herten, wy moeten ons sterken in de hoop, gelyk eener zegt: wy moeten nu in 't geloove gebooren worden, daar het aardse leven het rechte leven wel verdekt, zo moeten wy het rechte kleed aantrekken het welk hoope hiet, en onze wille in de hoope zetten, en geduurig aan den boom des geloofs arbeiden, op dat hy zyne vrucht draage, naamelyk de gelukzalige liefde tot God en zyne naasten. Laat ons te zaamen in dezen goeden zin volharden, onzen dorst de wereld, zynde den onvruchtbaaren boom onttrekkende, en in den boom des levens Jezus Christus gelooft in der eeuwigheid stellen, op dat wy doch behouden door dit gevaarlyke jammerdal komen, waar in 'er zo veele verstrikt en verwerd zyn; de Heere helpe ons te zaamen, en zy met U L. in onze afwezentheid, daar wy door water en land gescheiden zyn, en meest alleen moeten reizen, doch de genegentheid gaat over en weêr, en door dezelve wens ik U L. alle heil, troost en versterking van de Liefhebber onzer Ziele, die ons zo genadig getrokken heeft uit het doolhof dezer idele wereld, en met zyn band der liefde vast geknoopt op dat wy hem volgen zoude, en hy ons brengen mogt, daar wy buiten gevaar eeuwig wel waaren, alzo moeten wy nu dezen klei-