ons zelven toe behooren te schikken, met de uitgestrektheid des gemoeds, als zynde de gewigtigste zaak om te betrachten voor het menschelyke leven, dat zich in 't algemeen zo slecht aan al te laage onwaardige dingen vergaapt. Zo is dan onze vriendschap een voorspel van de eeuwige te zaamen binding der hemelse ledemaaten in welke God het leven zal zyn, en wy willen noch een korten tyd geduld hebben, tot dat wy uit deze wereld verdwynen, doch of 't na onze uitreekening noch lang of kort zal duuren is ons verborgen, maar het zy dat het kort is wy hoopen tot God te gaan, en het zy dat het lang is, wy hoopen by God te blyven, wandelende in den Hemel met ons gemoed, terwyl wy met het lichaam op der aarde zyn. God in zyn hemel is een verborge overaltegenwoordigheid tot welke wy ons zachtelyk neigen, op dat hy zy als het element van onzen geest, uit welke wy geduurig adem scheppen, de Heere bevestige ons hier in, en zy met ons alle tot in der eeuwigheid, op dat wy zynde voortgebragte wonderen uit hem, het oorspronkelyke wonder eeuwig verschynen in het licht zyner Majesteit, in welke de onbedenkelyke heerlykheid voor de Zalige oogen zal openbaar staan, van welke dingen de liefelykheden, en behaagelykheden dezer zichtbaare wereld een voorbeeld zyn, die ons dan ook tot de onzienelyke eeuwige dingen behoorden te wyzen: wy dan door de genade des Heeren dezen weg ingeslagen zynde, hoopen op de