deel des menschen, met het grove duistere aardsgezinde vlees en bloed omgeeven, 't welk zyn deel in deze wereld zoekt, en ongeperst blyvende, lichtelyk de ziele mede lokt, trekt en weg sleept, houdende alzo in zich verslooten, zonder vruchtbaarheid dien edelen olie, dat zy niet uitvloeid tot heil des gemoeds, ondertussen wens ik U L. onder de verdrukking, de helpende en ondersteunende liefde hand des genadigen barmhertigen goeden Vaders, tegens alle quellagie en temtatie, en vliegende pylen des vyands, die zich in de stand der beproevinge des gemoeds veeltyds inmengen tot mismoedigheid, laat ons aan de hoope op God vast houden, als de nacht voorby gegaan is, zo ziet men weêr den dag, en als de standen van lyden en stryden voorby zyn, dan worden ze vergeeten, en laat ons arme Pelgrims aldus verzuchtende voortgaan, hoopende ons hertelyk op den smallen weg ten leven te houden, ziende op onzen getrouwen onfeilbaaren voorganger, en op zyne nagelaate voetstappen om niet te verdwaalen van den rechten weg, want zyn heilige voetstappen strekken zich van deze zichtbaare wereld af, de Heere geeve ons zyne genade, dat wy ons herte op hem stelle, en eindeling van hier een gelukzalige uitgang mogen hebben. Hier mede dan groet ik u nochmaals vriendelyk.
U L. Gunstige Vriend en Broeder.