| |
LI. Brief.
Ernstige aanmoediging aan een afgeweeke en wederkeerend gemoed.
Jezus de Liefde Gods zy met ons.
Vriendin,
Na dat wy reeds verstaan hadde U lieden afscheid uit deze wereld, het perk daar de kroone des levens te beloopen is, zo is U L. aangenaame schryvens tot ons gekomen, waar uit wy speuren de eerste voetstappen der wederkeering,
| |
| |
op die zo hoog gelukzalige weg, tot de eeuwige welstand, van welke gy lieden zo openhertig bekend van afgeweeken te zyn, terwyl der nu de beginselen zyn, wat wanhoop of misvertrouwen zouw den voortgang ophouden, indien de vroome (zynde de Gemeente van Christus) zich over zulk een gewenste wederkeering verblyde, en met open armen des gemoeds staan, om het afgedoolde schaapje in haar gunstig gezelschap te ontfangen, om daar mede te gaan na 't heil dat zy be-oogen, wie zal dan twyfelen aan de goed-gunstigheid van het groote vuur dezer vonkjes Jezus Christus de Zoone Gods, zyn eeuwige liefde, genade en barmhertigheid, het herte des Vaders; daarom Vriendin daar den honger is, daar is de spyze gereed, de Allerhoogsten begeert maar zulke die hongeren en dorsten na de gerechtigheid, op dat zy van de volheid zyner genade verzadigd worden. Dezen honger des meeschelyke begeerte tot God word vereist, gezocht, geroepen, gebeden en na geloopen, van den verdoolde en verkeerde mensch, welken honger verkeerdelyk gekeerd is in deze wereld, leerende de verloochening haarder begeerlykheid, als een goedgunstige Vriend die beter dingen aanwyst voor geringe verachtelyke, wel schoon schynende maar haast verdwynende, aan welke de onwyze Ziel zich vergaapt, ophoud, en eindeling zouw verderven, om niet te konnen komen tot dat waare wezentlyke genot in deze aangenaame tyd des levens, zo mildelyk aangebo- | |
| |
den van den liefhebber der menschen, alzo bespeuren wy den eis der Godsdienst van den Aller-hoogsten te zyn, een Vaderlyken raad ten goede, een geduurige noodiging tot het brood des levens, en hoe gelukkig zyt gy-lieden van noch te staan in dit leven, zonder afgesneeden te zyn van de hand des doods, uit welke gy gered zynde, een tweede leven ontfangen hebt, om te herdoen de verkeerde boodschap, en niet te missen de onwaardeerlyke vergelding, tot de eeuwige welstand, want hoe groot en bitter zouw de spyt zyn, indien de ziele van het lichaam afgescheiden, zich bevond in een diepte zonder hoop van uitkomst, en hoe zeer hertelyk wenselyk zoude dan zyn de mogelykheid van het herdoen des levens stuk, na 't Goddelyk welbehaagen, welk een allerschoonste gelegentheid nu zo klaar en gereed staat, voor den aantast van den geene die lust te bukken om dat kleinood op te raapen, alzo verhoopen en wensen wy dat gy dit u groot geluk zult nagaan, en achtervolgen, voort treedende op den weg des heils, tot welke gy door het dringen Gods gekomen zyt tot de eerste treede, alzo en laat U E. niet achterwaarts roepen, noch door wanhoop of misvertrouwen, noch door behaagelykheid des werelds, van welks onwaardigheid en quaadaardigheid gy-lieden ons levendige getuigenis geeft, uwe voeten dan vast zettende om opmerkzaame en gewisse treeden te doen, hoopen wy dat gy-lieden zult overtreffen, de geene die de boetvaardige beginsels in den op- | |
| |
komst van 't gezonde vlees en bloed wederom in de gevangenis gestelt wierde, op welken aanval gy-lieden wel mogt verdacht zyn, gelyk wy uit U L. schryvens ook merken dat gy-lieden zyt, als niet durvende steunen op eenig eigen vermogen, welk gevoelen wy hoopen, dat gezegend zal worden, van de genadige hulpe Gods, in de Heilige naame Jezus, hy is onze heilzoeker, en gekomen om te zoeken en zalig te maaken dat verlooren was, tot hem roepen de belaste en belaadene, zo wy het onze doen, hy zal het zyne doen, waakt dan nu meer over uw kostelyk geschonken kleinood des goeden willens en voorneemens, om niet allengskens door de geest van deze wereld weêr in slaap van achtelooheid gewiegt te worden, maar zyt wakker en wapend u met 't geheugen van de levendige bevinding der bittere nasmaak, die de vrucht des werelds-dienst geeft, de kleinachting dezer vergankelyke wereld, met al haar behaagelykheid is een goede medicyn, tot gezondheid van de begeerte zyns zelfs eeuwige onvergankelyke welstand, de Heere zy dan uw dierbaare schild, Jezus de eeuwige liefde Gods, de opene poorte der Zaligheid zoekende toevlucht, zy U E. sterkte, geleidsman, troost, verquikking en voedsel, zyt hier mede den Heere bevoolen en gegroet met zaamen U E. Man, wenselyk is 't dat gy-lieden malkander aanvoerende zyt, langs de weg des heils tot Zaligheid, ooren hebbende om te hooren, oogen om te zien,
| |
| |
handen om te tasten, verstand om te begrypen, dat deze tegenwoordige wereld met al haar begeerlykheid, U L. van geender waarde is, maar dat den schat des hemels onoptelbaar is. Dat dan de vergankelyke dingen dezer tyd nimmer onze herte niet vervulle tot verstopping des gemoeds, want de verleidinge des rykdoms en de zorgvuldigheden des levens verstikken het zaad, dat'er dan gewaakt worde tegens deze ondeugden die in de wereld voor deugden passeeren, wy zyn vreemdelingen op aarde, indien anders ons voorneemen gekeerd is na 't eeuwige en waare Vaderland, en die alzo niet gezind zyn, maar haar Burgerschap op aarde zoeken vast te zetten, worden doch eerlange tegens wil en dank uit haar nest verdreeven, als den uitroep van den heraut des doods, de vrolyke aangezichten doet verbleeken, en van schrik besterven, weg gaan ze na de verlegen eeuwigheid, in al haar drokte en beschik dat zy in de wereld maakten, en voor hadde blyft staan en leggen, en hier van zyn veele spiegels, dat het over tyd is om beter bedacht te zyn, en te volgen het heilige voorschrift van de Goddelyke wysheid, om vergeleken te worden by een voorzichtig man die Zyn huis op de rotssteen gegrond had, hier toe zegene en helpe u en ons al te zaamen, de Heere die ons zulks geleerd heeft, Jezus Christus de Zoone Gods, de eeuwige liefde des Vaders, vaart wel in zyn genade.
U E. Goedgunstige Vriend.
|
|