machtiger als alle onze vyanden, laat ons hem maar aanhangen, en of wy ellendig zyn, met onze wille gaan wy in zyn heilig herte, welk de liefde is, wie zal ons daar uit scheuren? de wereld begeeren wy niet, en daar voor danken wy ook de Hoogste, dat hy een beter honger in ons verwekt heeft, zo als de honger is, zo is ook de spyze, God is het waare brood, gelukkig zyn die, die het eeten. Wandelt maar voort lieve Broeder in versmading der tydelyke aardse dingen, gelyk gy doet, en wy ons verblyden, ô hoe veel Jaaren hebben wy al zaamen in deze wereld gewandeld, wy hoopen op een gelukkig en zeer zalig einde, om eindeloos te wandelen daar, in 't waare Vaderland, wy naderen de eeuwigheid, met groote stappen, elke avondstond is 'er een, God geeve ons ooge en wysheid, om op onze voeten te passen, dat wy hem gebenedyd doch op zyn spooren volgen, groet U L. Vader, en Huisvrouw, die wy ook de inwerkende genade Gods in haare ziele wensen, tot eeuwiger gelukzaligheid, en U L. Kinderen, en alle vrienden daar 't pas geeft.
U L. Toegenege Vriend en Broeder.