dan te verzinken in dat lieffelyke wezen, waar van U L. in den uwen meld, kostelyk is 't zo grooten voorwerp tot zyn doelwit te hebben, gerekent tegen de beuzelingen der aardsgezindheid. Gelukkige weg, langs welke men zyn eeuwig heil te gemoet gaat. O broeder N.N. hoe veel Jaaren zyn 'er nu alree voorby gegaan, sedert wy malkander in dit vreemde land eerst ontmoeten, en tot noch toe houden wy het aangezicht voorwaarts uitgestrekt, na dat zalig oosten, van waar wy den eeuwigen opgang der allergelukkigste dageraad verwachten, de Heere die ons zo lang geleid en bewaard heeft, hoopen wy zal ons verder ten einde toe geleiden, en behouden, zonder achterwaarts te zien na de Stad van idelheid, van waar wy door zyne genadige hand zo gelukkig uitgeleid zyn, en onderwege heeft ons de Hoogste doen zien, hoe dat hy alleen de enkele puure liefde is, een schoon en beminnelyk weeten, waar over wy ons met reden mogen verblyden, hoe vriendelyk komt zulks de ziele voor, dat zy niet gestrengs of verschrikkelyks van God haar beminde denkt, maar haar hem zelve voorstelt, als een vriendelyke weldoender en Vader, denkende myn liefsten en verwerpt my niet, en gelyk als ik tot hem gezind ben, zo is hy tot my gezind, hoe kostelyk is 't zyn hert hier in te verlustigen, en een hoope te hebben om hier eeuwig in te woonen, dat geeve ons God, onze Beminde, den Liefhebber en behouder der menschen, door de dier-