Zangen van Bilitis
(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
De grot der NimfenGa naar voetnoot*Je voetjes zijn verfijnder dan die van de zilveren Thetis.
Je schaaft ze zelfs al aan het laken. Zij dragen kleine
parelmoeren schelpjes: je transparante nageltjes.
Je buik is mij een ronde heuvel die blauwachtig glanst bij
't eerste morgengloren. Je vulva is een vochtig-warme grot
waarin de Nimfen aan de rand van de bronnen purperen
stoffen weven.
Je houdt in je gevouwen armen bei je borstjes bij elkaar
en zachtjes wieg je ze als twee zeer schone duivenlijfjes.
De vogeltjes zijn warm en levend. Ze reikhalzen met hun
gesloten, rode snaveltjes.
Onder je haar houd je je vochtige ogen schuil en je trillende
mond, maar niets weerhoudt mijn blikken of het hete
zuchtje van mijn kus.
|
|