Zangen van Bilitis
(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |
OngeduldGa naar voetnoot*Zij wierp zich schreiend in mijn armen, langdurig voelde ik
haar arme, warme tranen stromen langs mijn wangen voor
zij haar smart alsvolgt aan mij verduidelijkte:
‘Wee ik, ik ben niet meer dan een klein meisje; de jonge
mannen kijken niet naar mij. Wanneer krijg ik als jij ook
zware, ronde borsten, dichte haren en een bloeding elke
maand!
‘Geen mannenoog is ooit begerig als mijn tunica gaat glijden.
En als ik in het veld ga liggen, strekt geen man zich op mij
uit en niemand zegt dat hij mij doden zal wanneer ik zou
genieten door een ander.’
En zoetjes gaf ik haar ten antwoord: ‘Selania, klein
maagdeke, je krijt zoals een krolse kat en nodeloos wind je je
op. De vulva's die het gretigst zijn, zijn niet de eerst
doorbrokene.’
|
|