Zangen van Bilitis
(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| |
De dansen in het maanlichtGa naar voetnoot*'s Nachts dansten op het zachte koele gras de jonge meisjes
naakt tesamen, bosviooltjes in hun haren. Een op de twee
speelde het antwoord van de minnaar.
De maagden zegden: ‘Wij zijn niet voor u.’ En alsof zij zich
schaamden, legden zij een hand over hun borsten, een hand
op hun maagdelijkheid.
De anderen zegden: ‘Je zult ons komen zoeken.’ En zonder
nadruk stoeiden zij, haar benen vlechtend onder 't dansen.
Dan nam eenelk haar liefje bij de oren en gaf haar zo een
kus, want de vereniging van vochtig-warme tongen is de
nabootsing van de liefdesdaad.
|
|