Zangen van Bilitis

[p. 169]

Tweede grafschrift

Aan de sombere oevers van de Melas, te Tamassos in
Pamphilië, ben ik Bilitis, dochter van Damophylos, geboren.
Ik rust ver van mijn vaderland, zoals u ziet.

Als meisje leerde ik de liefden van Adonis en Astarte,
de mysterieën van 't heilig Syrië, en 't sterven en de
terugkeer tot Degene-met-de-ronde-oogleden.

Hoe zou het laakbaar zijn dat ik een courtisane was? Was dat
dan niet mijn vrouwenplicht? O vreemdeling, de
Moeder-aller-dingen leidt ons. Haar te miskennen is zeer
onvoorzichtig.

Uit dank dat je hier stil bleef staan, wens ik jou graag dit lot:
dat je bemind mag worden en nooit zult beminnen. Vaarwel,
herinner je straks in de ouderdom dat je mijn grafsteen
hebt gezien.