Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Regen in de ochtend De nacht wijkt weg. Sterren verwijderen zich. De laatste courtisanes zijn met minnaars naar hun huis gegaan. En ik sta in de ochtendregen en schrijf hier deze verzen in het zand. Vol zijn de bladeren van schitterend water. Over de paden stromen beekjes die de aarde en de dode bladeren met zich voeren. En drup na druppel prikt de regen zijn gaatjes in mijn zang. Oh! Wat ben ik hier eenzaam en verdrietig! De allerjongsten kijken niet naar mij; de alleroudsten zijn mij al vergeten. 't Is goed. Zij en de kinderen van hun kinderen zullen wel mijn verzen kennen. Dat kunnen Glykera, Myrtale en Thais niet zeggen op de dag dat hun nu mooie wangen ingevallen zijn. Degenen die na mij zullen beminnen, zullen samen mijn strofen zingen. Vorige Volgende