Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] De hete gordel ‘Jij denkt dat je niet langer van me houdt, Teleas, en een maand al breng jij nu je nachten door aan tafel, alsof het fruit, de wijnen en de honing jou kunnen doen vergeten hoe mijn lippen smaken. Jij denkt dat je niet langer van me houdt, jij arme dwaas.’ Dat zeggende heb ik mijn vochtig-hete gordel losgeknoopt en om zijn hoofd gewikkeld. Hij was nog helemaal doortrokken van de warmte van mijn buik; en uit z'n fijne mazen dampte hij de geuren van mijn huid. Heel lang snoof hij ze met gesloten ogen op; toen voelde ik hoe hij zich tot mij wendde en ik zag zelfs duidelijk, heel duidelijk, zijn opgestane lusten die hij geenszins voor mijn oog verborg. Maar - listig - wist ik hem te weerstaan. ‘Nee, goede vriend. Vanavond zal Lyssipos mij bezitten, tot ziens!’ En vluchtend voegde ik hem nog toe: ‘De kleine tuin van Bilitis biedt maar één vijg, maar die is heerlijk.’ Vorige Volgende