Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Het gescheurde kleed ‘Hé daar! Wie is - bij twee godinnen! - de bruut die op mijn sleep ging staan? - Het is een minnaar. - 't Is een dwaas. - Vergeef het me, ik heb me lomp gedragen. - De stommeling! Mijn gele kleed is aan de achterkant geheel verscheurd en als ik zo op straat loop zal men mij nog houden voor 'n armzalig meisje dat Kupris op de omgekeerde wijze dient. - Blijf je niet staan? - Ik geloof dat hij waarachtig nòg tegen mij praat! - Ga je zo boos bij mij vandaan? ... Antwoord je niet? Helaas, ik durf niets meer te zeggen. - Ik moet wel snel naar huis terug om van kleed te wisselen. - Mag ik niet met je meegaan? - Wie is je vader? - De rijke reder Nikias. - Je hebt heel mooie ogen, ik vergeef het je.’ Vorige Volgende