Zangen van Bilitis

[p. 123]

Gesprek

‘Een goede dag. - Ook goededag. - Je hebt wel haast.
- Misschien wel minder dan jij denkt. - Je bent een knappe
vrouw. - Misschien wel knapper dan jij meent.

- Hoe is je liefelijke naam? - Die pleeg ik niet zo snel te
noemen. - Heb je al iemand voor vanavond? - Altijd degeen
die mij bemint. - En hoe bemin je hem? - Zoals hij dat
verkiest.

- Laten wij samen avondmalen. - Als jij het wilt. Maar wat
geef je ervoor? - Dit. - Vijf drachmen? Dat 's voor mijn
slavin. En voor mijzelf? - Noem zelf je prijs. - Honderd.

- Waar woon je? - In dat blauwe huis. - Hoe laat zal 'k
iemand zenden om je op te halen? - Nu dadelijk, als je wilt.
- Nu dadelijk. - Ga jij maar voor.’