Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Aan het popje van was Popje van was, geliefkoosd speeltje dat zij als haar kind beschouwde, ook jou heeft zij verlaten en ook jou heeft zij vergeten net als mij, die met haar samen als jouw vader of jouw moeder was, dat weet ik niet. De opdruk van haar lippen had jouw wangetjes ontkleurd en kijk, hier aan je linkerhand nog die gebroken vinger waarom zij zo heeft gehuild. De kleine schoudermantel die je draagt, heeft zij nog geborduurd. Wanneer je haar geloven moest, kon jij al lezen. En desondanks was jij nog niet gespeend en 's avonds, over jou gebogen, ontknoopte zij haar tunica en gaf ze jou de borst, ‘opdat je niet gaat schreien’, zei ze dan. Popje, als ik haar nog terug zou willen zien, zou ik je offeren aan Aphrodite, als het meest dierbare van mijn geschenken. Maar liever wil ik denken dat zij dood is, helemaal. Vorige Volgende