Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] De laatste poging ‘Wat wil je, oudje? - Jou troosten. - Da's verloren moeite. - Men heeft mij verteld dat jij sinds de breuk van liefde gaat tot liefde, zonder rust te vinden of vergetelheid. Ik kom om je iemand voor te stellen. - Spreek dan. - Het is een jong slavin, geboortig uit Sardinië. Zij heeft haar weerga niet ter wereld want zij is man en vrouw in één, al wekken ook haar boezem en haar lange haren en haar stem een zekere indruk. - Hoe oud? - Zestien. - Hoe lang? - Zeer lang. - En niemand hier heeft zij bekend, behalve Psappha die hartstochtelijk verliefd geworden is en haar van mij wou kopen voor wel twintig mina's. Als je haar huurt, is ze voor jou. - Wat moet ik met haar aan? Al tweeëntwintig nachten tracht ik vruchteloos aan de herinnering te ontkomen... Goed, ook deze zal ik nog proberen, maar waarschuw 't arme kleintje vantevoren, opdat ze niet verschrikt wanneer ik in haar armen weer in snikken uitbarst. Vorige Volgende