Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Scène ‘Waar was je? - Bij de bloemenkoopvrouw. Ik heb er hele mooie irissen gekocht. Kijk maar, ik heb ze voor jou meegebracht. - Kostte het zoveel tijd om vier bloemen te kopen? - De koopvrouw heeft me opgehouden. - Je wangen zijn zeer bleek, je ogen schitteren. - Dat is vermoeidheid van de wandeling. - Je haren zijn verward en vochtig. - De warmte en de wind hebben mijn kapsel in de war gemaakt. - Men heeft je gordel losgeknoopt. Want ik had zelf de knoop gelegd die losser was dan deze nu. - Zo los ja, dat hij losging en een slaaf die langskwam heeft hem voor mij vastgeknoopt. - Er zit een vlek daar op je kleed. - Dat is van 't water van de bloemen. - Mnasidika, mijn kleine hart, je irissen zijn de allermooiste uit heel Mytilene. - Dat weet ik best, dat weet ik best.’ Vorige Volgende