Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] Het voorwerp ‘Gegroet, Bilitis, Mnasidika, gegroet - Ga zitten. En hoe is het met je man? - Uitstekend, maar vertel hem nooit dat jullie mij gesproken hebben. Hij maakt me af als hij te weten komt dat ik hier was. - Wees maar niet bang. - Dus dit is jullie kamer? En dat is jullie bed? Neem me niet kwalijk, maar ik ben nieuwsgierig. - Jij kent toch wèl het bed van Myrrhine... Een beetje maar. - Men zegt dat ze heel aardig is. - Ja, en wellustig, o mijn lieve! Maar laten we daarover zwijgen. - Wat is er van je dienst? - Ik wil iets lenen... - Wat dan? - Ik durf het voorwerp niet te noemen. - Wij hebben zoiets niet... Echt niet? - Mnasidika is maagd. - Maar waar kan ik het kopen? - Bij Drakon, onze zadelmaker. - Vertel me ook eens waar jij je borduurselgarens koopt. Het mijne breekt al als je er naar kijkt. - Ik spin het mijne zelf, maar Naïs levert heel goed garen. - Hoe duur? - Voor drie obolen. - Dat is duur. En 't voorwerp? - Twee drachmen. - Tot ziens.’ Vorige Volgende